Waarom word het woord blauwalg gebruikt voor iets wat geen alg is?

In het verleden heeft men alle organismen die in hun cellen chlorofyl hebben en dus via fotosynthese autotroof zijn, algen genoemd. Maar omdat deze blauwalgen geen celkern hebben, moeten ze volgens de nu geldende criteria worden ingedeeld bij de prokaryoten. Bacteriën dus, ingedeeld als aparte groep: cyanobacteriën.
Cyanobacteriën zijn afgeleid van de blauw-groene cyaankleur, omdat de blauwe kleurstof fycocyanine deze groep kenmerkt.
Eigenlijk is ook de term ‘blauw’ misleidend. Wanneer de bacteriën zich in het warme water op volle kracht vermenigvuldigen, produceren zij afvalstoffen die als een gifgroene verfwaas op de wateroppervlakte drijven.

De blauwalg is inderdaad geen alg maar een bacterie waarin een kleurstof aanwezig is.
Hun cellen zijn veel simpeler opgebouwd dan die van de alg en de bacterie bestaat daarnaast al zeker 3,5 miljard jaar. Dat is ruim 2 miljard jaar ouder dan de eerste algensoort.
In de volksmond wordt de benaming blauwalg gebruikt. Deze bacterie kreeg de naam 'blauwalg' omdat deze op het eerste gezicht veel weg heeft van algen en wieren.
De bacterie ziet eruit als een alg of als een wier omdat het kolonies vormt en daardoor duidelijk te zien is in het water. De meeste blauwalgen hebben een typische blauw-groene kleur, maar sommige soorten kunnen ook een roodbruine kleur hebben.
Vandaar dat deze bacterie nog steeds alg - blauwalg genoemd wordt. Maar alleen in de volksmond en in populair wetenschappelijke berichten. Niet door wetenschappers in hun wetenschappelijke publicaties.