Zijn de verschillen groter binnen een genus of binnen een familie van een soort?

Binnen de genus zijn de verschillen het grootst. De genus bepaalt bv. of een vogel een mees is, de species zegt welke mees.

In de biologie worden zijn de wetenschappelijke namen als volgt:
- eerst tot welk geslacht ( genus) het organisme behoort.
- de tweede naam is de soort ( species).
- eventueel een derde voor de ondersoorten .
Soms staat er achter de soortnaam ook een hoofdletter, die duidt op de persoon die de soort het eerst beschreven heeft.

De Zweedse natuuronderzoeker Carl Linnaeus (1707-1778) heeft er voor gezorgd dat men overal in Europa dezelfde wetenschappelijk soortnamen geingen gebruiken. (Toen hij in de adelstand werd verheven, veranderde hij zijn naam in Carl von Linné, zo kennen ze hem in Zweden nog steeds).

Enkele voorbeelden van soortnamen zijn: Pardus major L. (koolmees), Pardus caeruleus L. (pimpelmees) en Bellis perennis L.(madeliefje). Wanneer wetenschappers, maar ook kwekers en telers, over soorten spreken gebruiken ze de Latijnse naam om verwarring te voorkomen. Niet spreeuw, starling (Engels) of étourneau (Frans) maar Sturnus vulgaris.
Kijk je nog eens in een planten- of een vogelgids, dan zul je ontdekken dat soortnamen soms uit drie Latijnse woorden bestaan. Dan heb je te maken met ondersoorten. Een soort wordt dan nog eens onderverdeeld in twee of meerdere variëteiten.