Nederland als geheel en grote delen van Duitsland staan onder invloed van een zeeklimaat. Dat wil zeggen dat de zomers en winters gemiddeld genomen zeer gematigd verlopen.
Door de invloed van het zeewater dat vanaf het voorjaar geleidelijk opwarmt en vanaf het najaar weer afkoelt worden de seizoenen winter en zomer enorm getemperd in weersinvloeden en temperaturen. Anders dan in een landklimaat waar hete zomers en zeer koude winters de regel zijn.
Over het algemeen zal het 's-zomers in Nederland in het binnenland en dan met name in Brabant en Limburg warmer zijn dan direct aan de kust. Het zeewater heeft dan een verkoelende werking op de omgevingstemperatuur van de kustgebieden.
's-Winters zal het in de noordelijke en oostelijke provincies kouder zijn dan aan de kustprovincies omdat het zeewater dan zijn relatieve warmte nog afgeeft aan de overkomende lucht en daarmee de kustprovincies behoedt voor extreme koude.
Dat gaat echter niet op als de luchtstroming uit het oosten komt.
Zowel 's-zomers als 's-winters zullen dan de temperaturen extreme waarden kunnen bereiken, zowel in hitte als in koude.