Vanaf augustus 2010 kwamen signalen binnen bij de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE) over omkoping van de toenmalige wethouder van Roermond Jos van Rey door zijn vriend de projectontwikkelaar Piet van P.
De taak van de CIE is het verzamelen, registreren en analyseren van informatie over strafbare feiten en verdachten. Als enige politieonderdeel mogen zij gebruikmaken van informanten, personen die anoniem informatie aan de politie verstrekken. Informatie van de CIE heeft daarom in het strafproces geen bewijskracht maar kan wel bijdragen aan een verdenking op grond waarvan een opsporingsonderzoek gestart mag worden.
In oktober 2011 berichtte o.a. het Dagblad De Limburger over belangenverstrengeling van Jos Van Rey door zijn vriendschap met de projectontwikkelaar en door zaken met hem te doen. Onafhankelijk onderzoek in opdracht van de burgemeester wees in ieder geval al op de schijn van belangenverstrengeling.
De officier van justitie Esther Sachs concludeerde dat de informatie betrouwbaar was, waarna het strafrechtelijk vooronderzoek formeel op 2 juli 2012 van start ging.
Middelen die bij een strafrechtelijk onderzoek kunnen worden gebruikt tegen de wil van de verdachte. Bijvoorbeeld: fouilleren, afluisteren, huiszoeking.
De Rijksrecherche viel op 19 oktober 2012 het huis van Van Rey en zijn kamer in het Roermondse stadhuis binnen.