Wie heeft de plaatsnamen in Nederland uitgevonden?

Gehuchten, dorpen en landstreken kregen vaak hun naam door de geografische verschijningsvorm, de persoon die er woonde, of een gebeurtenis die er plaatsvond. Geografische verschijningsvormen in plaatsnamen zijn te onderscheiden in landschappen (berg, duin, bos), bodemgesteldheid (zand, veen, zout) en menselijke activiteit (dam, burg, kanaal). Sommige plaatsnamen zijn onmiskenbaar van Romeinse oorsprong, zoals Utrecht (Trajectum) en Nijmegen (Noviomagus). Plaatsnamen die eindigen op -donk, -holt, -horst, -laar, en -bos stammen van na het jaar 1000.

Utrecht schijnt van het Romeinse 'Trajectum' te komen (er liep dus kennelijk een handelsroute). Van Amsterdam wordt beweerd dat het van Amstelredamme of Amstelerdamme in ieder geval dam in de Amstel komt. Eindhoven weet ik niet en ga ik ook niet opzoeken. Plaatsnamen worden vaak vernoemd naar dingen waar men zijn brood mee verdiende of heilige plaatsen, kloosters of kerken die er zijn opgericht; teveel dingen om op te noemen en meestal door gewone mensen bedacht en pas later in officiële stukken zo genoemd.