Hoe ouder de mens wordt, hoe meer hij in het verleden gaat leven. Zijn korte termijngeheugen wordt steeds slechter, zodat er steeds minder nieuwe informatie bij komt, maar de oude informatie wel blijft bestaan.
Als de mens erg oud wordt blijven vrijwel alleen nog maar dingen van vroeger over.
Komt nog bij, dat de meeste goede dingen van vroeger goed in het geheugen blijven, terwijl de slechten vergeten worden, hierdoor lijkt het verleden beter dan nu.
Maar de goede oude tijd was alleen maar oud en weinig goed.