Wat doen Amerikaanse presidenten als hun ambtstermijn afgelopen is?

Ze geven lezingen over de hele wereld, gaan humanitair werk doen of schrijven boeken of een autobiografie.

Hierbij een kort overzicht van wat de laatste vijf presidenten deden na hun presidentschap:

Jimmy Carter (president van 1977 tot 1981) ging vooral humanitair werk doen. Hij zette zich in voor de mensenrechten, de verbreiding van de democratie, het oplossen van internationale conflicten en de bestrijding van ziektes. In 2002 kreeg Carter de Nobelprijs voor de Vrede. In november 2006 verscheen van zijn hand het boek "Palestine: Peace not Apartheid" (Palestina: Vrede, geen Apartheid).

Ronald Reagan (president van 1981 tot 1989) bleef na zijn aftreden toespraken houden over een onderwerp dat hem na aan het hart lag, de Brady Bill. Daarnaast toonde hij zich een aanhanger van het 22ste Amendment; dit amendement verbood iedereen om meer dan twee termijnen als president te fungeren. Reagan is overleden op 5 juni 2004.

George H.W. Bush (president van 1989 tot 1993) verliet het openbare leven, maar bleef toch actief als ex-president. Zo is hij de enige ex-president die gebruik maakt van zijn recht om CIA-rapporten te ontvangen na afloop van zijn presidentschap.

Bill Clinton (president van 1993 tot 2001) gaf na zijn presidentschap lezingen. Verder zette hij zich onder meer in voor de hulpverlening na de tsunami in Azië en na de ramp met orkaan Katrina in New Orleans. Dit deed hij samen met zijn voorganger George H.W. Bush. Begin september 2012 sprak Clinton op de Democratische conventie in een toespraak zijn steun uit voor de nieuwe kandidatuur van Barack Obama voor het presidentschap.

George W. Bush (president van 2001 tot 2009) heeft na zijn aftreden een autobiografie over zijn leven en zijn presidentschap geschreven: "Decision Points" (Cruciale beslissingen). Het boek bevat onder meer openbaringen over de aanslagen van 9/11, de controversiële presidentsverkiezingen van 2000, Bush’ drankprobleem en zijn relatie met zijn familie.