In een presentatie moet ik uitleggen waarom een betrekkelijk voornaamwoord of een voornaamwoordelijk bijwoord aan het begin van de bijzin geen herhaald zinsdeel is, ik kom alleen niet op voorbeeldzinnen. Kan iemand me op weg helpen?
Ben je op zoek naar het antwoord op die ene vraag die je misschien al tijden achtervolgt?