Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Het beste antwoord

In de vroege middeleeuwen, vlak na de val van het Romeinse Rijk, werden onze gebieden overstroomd door Germaanse stammen die dorpen stichtten en elk dorp had een dorpshoofd, die samen met de raad van dorpswijzen de beslissingen nam. Deze beslissingen waren zowel wetgevend, rechterlijk en uitvoerend.
Zij bestraften de mensen zelf of lieten het over aan huurlingen.

Het systeem veranderde vervolgens en de edellieden eigenden zich de macht toe. De ridders of kasteelheren bestraften hun eigen personeel of trad op als rechter bij het ontstaan van ruzies bijv. Wanneer er ook boeren weigerden om voor hem te werken, dwong hij ze en deden ze niet wat de heer wilde, dan werden ze streng gestraft door hem of zijn daarvoor aangewezen mensen.

Al vrij snel werd een groot deel van de rechtsspraak door de edelen overgedaan aan vertrouwelingen die vaak eveneens welgesteld waren en aanzien hadden. Zo had de elite de macht en het gezag in handen en zij bepaalden.
In Europa ontwikkelden zich steeds meer steden en zo ontstonden ook gebieden die niet onderworpen waren aan de macht van de heren. Dit waren de zogenoemde 'vrijheden'. De steden kregen eigen besturen, er werden regels uitgevaardigd en zo ontwikkelde zich er ook rechtsspraak. In de steden hadden de Schout en Schepenen het voor het zeggen. Zij waren de politie zowel als rechter en hun straffen waren vaak niet misselijk. In de gevangenis kostten de bestraften de stad geld, dus dit gebeurde niet vaak. Ze werden aan de schandpaal genageld bij mindere vergrijpen en dan was het de bevolking die hen bekogelde met stenen of rot fruit.
Misdadigers werden uit de stad verbannen of ter dood veroordeeld. Dit laatste werd door de beul voltrokken.
(Lees meer...)
7 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
7 jaar geleden
+, gaat men in deze contreien tegenwoordig toch iets menselijker met "gestruikelde" om.

Andere antwoorden (2)

Je vraag proberende te begrijpen zou ik zeggen: Dat waren toen ook al rechters.

https://nl.wikibooks.org/wiki/Sociale_geschiedenis_van_de_vroege_Middeleeuwen/Recht_en_belasting

Rechtspraak
De Germanen kenden (op enkele runen voor religieus gebruik na) nauwelijks het schrift. De Germaanse rechters moesten het recht van buiten leren. Deze rechtspraak was echter onvoorspelbaar en subjectief, want alleen de rechters kenden het recht: niemand kon het nalezen. Verder hadden alle stammen hun eigen recht. Bij de Romeinen was overal hetzelfde recht geldig geweest en dat recht was opgeschreven. De Germanen begonnen hun recht in de late vijfde eeuw en vroege zesde eeuw weliswaar op schrift te stellen maar de rechters leerden het nog steeds uit hun hoofd. Dit recht bleef toegepast tot in de tiende eeuw en op sommige plaatsen nog later.

In het laat-Romeinse rijk was de staat belangrijk geweest. Er was een rechtssysteem met strafrecht en een openbare aanklager. In de vroege Middeleeuwen zou echter het belang van de staat verminderen en het belang van de privé-persoon veel groter worden. Zowel in de Merovingische als in de Karolingische tijd waren er veel privaatrechterlijke en weinig publiekrechterlijke bepalingen. Bij de Romeinen was dat juist omgekeerd geweest. De diefstal van een hond of het breken van iemands vinger waren voor de Frankische rechter net zo belangrijk als voor de Romeinse rechter de fiscale verantwoordelijkheden van stedelijke functionarissen waren geweest. Alleen de Gallo-Romeinen en de christelijke geestelijkheid bleven (deels) vasthouden aan het Romeinse recht.

De Germaanse rechters moesten oordelen over: grensgeschillen, aanklachten tegen malafide kooplieden en conflicten over erfenissen, meestal tussen machtige, adellijke families. Verder waren er veel geschillen over diefstal van roerend goed. 'Bezit' betekende voor de Germanen het angstvallig bewaren van kostbare of onmisbare voorwerpen: juwelen, gereedschap, voedsel of huisdieren. Een slaaf die (in de zesde eeuw) een pot honing stal kon daarvoor opgehangen worden. Rond 800 werd in Narbonnaise diefstal nog bestraft met de doodstraf, terwijl moord bijna altijd bestraft werd met een geldboete.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
7 jaar geleden
Voor de handhaving van de wet in de Middeleeuwse stad waren er een schout en zijn schepenen. Wanneer het te druk werd in de stad konden de schout en schepenen het niet meer aan en kwamen ook enkele burgers meehelpen, zogenaamde meesters, burgemeesters.
(Lees meer...)
fremar
7 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
7 jaar geleden
+
https://nl.wikipedia.org/wiki/Schepenbank Schout lijkt meer op wat nu openbaar aanklager is, maar ook die had wellicht bevoegdheden straffen uit te delen. https://nl.wikipedia.org/wiki/Schout
Verwijderde gebruiker
7 jaar geleden
Een openbaar aanklager deelt geen straf uit.
(staande magistratuur)
Verwijderde gebruiker
7 jaar geleden
Klopt mijn zin was inderdaad hoogst ongelukkig. Schout lijkt meer op wat nu openbaar aanklager is (en is dus geen rechter die straffen uitdeelt, immers dat doet een aanklager niet), maar ook die had wellicht bevoegdheden straffen uit te delen. (zoals schepenen dat hadden).

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 2500
Gekozen afbeelding