Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Antwoorden (2)

De werkelijke aanleiding is de jarenlange onderdrukking van de sovjet unie.

Na 24 jaar onderdrukking komt er in Tsjechoslowakije een nieuwe leider Alexander Dubček, deze geeft de mensen meer vrijheden.

Dit wordt de Praagse lente genoemd.

De leiders van de Sovjet Unie pikte de grotere vrijheden van Tsjechoslowakije niet en vielen met het leger het land binnen, dit maakte een einde aan de Praagse lente en het volk van Tsjechoslowakije werd weer onderdrukt zoals voorheen.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden
Maar is die jarenlange onderdrukking niet de oorzaak? Want de oorzaak is toch wat ervoor gebeurde en aanleiding de druppel die de emmer doet overlopen?
Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden
In 1966 sloeg ook in Tsjechoslowakije een economische recessie toe die het redelijk economisch gezond land aan het wankelen bracht, personen met een kapitalistische achtergrond hielpen toen Alexander Dubček in het zadel omdat deze minder overtuigend communist was dan zijn voorganger.
Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden
Ach kijk de minnaren zijn weer driftig aan het werk, dadelijk hebben ze zelfs de Praagse lente zelf meegemaakt.
Misschien kan je het volgende artikel lezen ? Het is in het kader van zijn studie Geschiedenis op de Universiteit van Leuven door Pieter Vanheuverzwijn geschreven. In het stuk vindt je een gedetailleerd antwoord op je goede vraag.

In 1948 pleegde de Communistische Partij dus een staatsgreep en maakte van Tsjecho-Slowakije een volksrepubliek met Gottwald aan het hoofd. Gottwald werd president en Rudolf Slansky werd eerste partijsecretaris. Samen namen ze het sovjetmodel van het communisme volledig over. Bedrijven en banken werden genationaliseerd en er werd een collectivisatie van de landbouw doorgevoerd. Verder werd er ook zware industrie ontwikkeld en volgde er een massale onderdrukking van bepaalde bevolkingsgroepen. Duizenden mensen verdwenen naar kampen en gevangenissen en dit vaak zonder proces. Men kan dus spreken van duidelijke Stalinisatie. Verder werd er ook een ware klopjacht gehouden onder de eigen leden op zoek naar spionnen. Zelfs Slansky ontsnapte niet aan zijn eigen politiek. Begin jaren ’50 werd hij ‘ontmaskerd’ als spion.

De dood van Jozef Stalin in 1953 veranderde eigenlijk niet zo veel in Tsjecho-Slowakije, dit in tegenstelling tot andere Communistische landen, zoals bijvoorbeeld Hongarije. Zelfs de destalinisatierede van Chroetsjov leidde praktisch niet tot verandering in Tsjecho-Slowakije. Er was namelijk een nieuwe man opgestaan. In 1953 werd Antonin Novotny eerste partijsecretaris van de CPTsj. Novotny was een autoritaire figuur die zich bleef vastklampen aan een strak centralistisch beleid. Elk persoonlijk initiatief werd doodgedrukt door de papieren lawine van de bureaucratie.

In 1960 was Tsjecho-Slowakije officieel een socialistische staat geworden volgens de grondwet en dit door toedoen van Novotny. De jaren '60 begonnen met veranderingen. Sommigen van de politieke gevangenen uit de jaren '50 werden in ere hersteld. Het derde vijfjarenplan moest de economische crisis oplossen, maar mislukte in 1963. Door deze mislukking werden een aantal economische hervormingen afgekondigd, die enkele elementen van de vrije markteconomie moesten herinvoeren. Politieke en artistieke vrijheden waren enigszins toegenomen in deze periode. Op wetenschappelijk en technisch gebied was weer onafhankelijk onderzoek mogelijk. De journalistiek en de kunsten genoten van een vrijheid die ze niet meer gekend hadden sinds de communisten in 1948 de macht overnamen.

Lees a.u.b. de laatste alinea's op de onderstaande bron en website.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
12 jaar geleden

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 2500
Gekozen afbeelding