hoe kan je erachter komen of je slow-muscle fibers of fast-muscle fibers hebt?

Eerst een duidelijke omschrijving van wat is wat:
Slow-twitch spiervezels zijn bestand tegen vermoeidheid en zijn gericht op aanhoudende, kleinere bewegingen en houdingscontrole. Ze bevatten meer mitochondriën en myoglobine en zijn aëroob van aard vergeleken met snel bewegende vezels. Slow-twitch-vezels worden ook wel type I of rode vezels genoemd vanwege hun bloedtoevoer. Fast-twitch spiervezels zorgen voor grotere en krachtigere krachten, maar voor kortere duur en vermoeidheid snel. Ze zijn meer anaëroob met minder bloedtoevoer, daarom worden ze soms witte vezels of type II genoemd. Skeletspieren bevatten beide soorten vezels, maar de verhoudingen kunnen verschillen afhankelijk van verschillende factoren, waaronder spierfunctie, leeftijd en training.
In extremen beredeneerd: Als jij een krachtsporter (b.v. gewichtsheffer) bent en veel traint heb je meer snelle-spiervezels (fast-muscle fibers), die snel veelkracht ontwikkelen voor korte tijd. Als je een getrainde afstands-hardloper bent gaat het om meer slow-muscle fibers. Ben je een goede sprinter dan zal het er tussen zitten.