Hoe heet het potje waar dokters en specialisten hun vloeistof uithalen voor spuitjes en vaccins?

Dat flesje heet een flacon, het verschil tussen een flacon en een ampul zit hem in de vorm en de manier van openen. De ampul is een glazen buisje, waarvan je de top afbreekt voor gebruik, de flacon is een flesje met een rubberen stop.
Een arts zou je dit nooit zelf laten doen zonder je eerst te leren hoe je het moet gebruiken, maar in het algemeen gaat dat zo:
Was je handen.
- Verwijder de huls van de bovenkant van de flacon maar laat de rubber stop zitten. Maak de rubber stop schoon met een watje met ontsmettingsmiddel.
Haal de spuit uit de verpakking.
Trek aan de zuiger van de spuit om deze met de gewenste hoeveelheid lucht te vullen.
Duw de naald door de rubberen stop.
Spuit de lucht in de flacon. Draai de flacon met de naald erin ondersteboven.
Trek de gewenste vloeistof uit de flacon.
Controleer of er geen lucht in de spuit zit, als dat zo is, duw je dat er voorzichtig uit terwijl je de naald naar boven houdt.
Desinfecteer de plaats waar je wil spuiten.
Je kunt nu de vloeistof inspuiten.

Dit is een methode waarop het inspuiten gaat, er kunnen andere methoden gebruikt worden voor andere geneesmiddelen.
Volg daarom alleen het advies op van je arts, die je ook zal vertellen over de voorbereiding en de behandeling na het inspuiten van het geneesmiddel.