Voor veruit de meeste mensen is het wel te leren. Dat kost tijd: in de eerste plaats is je fijne motoriek links sowieso minder ontwikkeld, heb je waarschijnlijk minder fijne spiercontrole, en in de tweede plaats heb je met links nog nooit schrijfoefeningen gedaan.
Weet je nog hoe je op school leerde schrijven, en hoe lastig het was om mooie en nette letters te produceren, ook al wist je heus wel hoe die letters móesten worden? Dat zou je ook met links moeten leren, terwijl je links al een achterstand hebt omdat je die motoriek minder ontwikkeld hebt én je het automatisme hebt ontwikkeld om rechts te schrijven. Dat automatisme kan tegen je werken: in de eerste plaats zul je waarschijnlijk heel snel toch de pen in je rechterhand nemen om even iets op te schrijven. Als je je rechterhand niet kúnt gebruiken, leer je sneller. Maar ook dan zul je merken dat je bijvoorbeeld af en toe in spiegelbeeld schrijft, omdat je de beweging van rechts kopieert met links.
Je handschrift links zal er langere tijd nog erg kinderlijk uitzien, en je zult links veel trager schrijven dan rechts. Hoe lang daar overheen gaat, verschilt per persoon, maar heeft vooral ook te maken met hoeveel je schrijft links. Ik heb zelf zo'n anderhalf jaar mijn rechterhand niet kunnen gebruiken, en na een paar maanden kun je links echt wel aardig schrijven hoor. Ik heb alleen links ook een beperkt bruikbare hand, dus heb nooit echt lang achter elkaar (kunnen) schrijven. Als je dit wél kunt, kun je volgens mij na een week of drie (bijna) dagelijks flink oefenen, redelijk links schrijven (ooit voor de gein geprobeerd als tiener). Wel trager, en het blijft er dus uitzien als een kinderhandschrift.
Maar leren kun je heel veel. Het menselijk lichaam is in staat te compenseren voor het verlies aan functies. Als je dus (de functie van) je rechterhand verliest, neemt vanzelf de controle over de fijne motoriek links toe naarmate je meer met je linkerhand gaat doen. En als je je beide armen niet kunt gebruiken, zul je merken dat je met je voeten verrekte handig wordt in bijvoorbeeld het oprapen van dingen van de grond. Hoe jonger iemand te maken krijgt met dergelijke beperkingen, hoe beter de compensatie door andere extremiteiten (en ook de mond, romp, etc.). Er valt dus veel te leren: dit kan zijn uit noodzaak, maar als je jezelf er toe zet en veel oefent, is het zeker ook mogelijk om een heel eind te komen.