Wel of niet meegaan in waanvoorstellingen?
Mijn oma begint te dementeren. Ze ziet en hoort dingen die er niet zijn. Ze is wanhopig op zoek naar bevestiging van die waarnemingen. Wat zij hoort en ziet zijn geen prettige dingen voor haar. (ZE zetten de verwarming heel hoog; ZE zitten in de kelder en uiten bedreigingen; ZE schudden aan haar bed 's nachts; ZE kijken naar haar door de wc. etc.) Voor haar zijn ZE heel reëel.
Wat kun je het beste doen?
Tegenspreken, zeggen dat jij die ZE niet ziet, niet hoort en dat ze zich dat maar inbeeldt?
Je kunt haar toch niet overtuigen en het enige effect is dat ze zich nog meer verlaten en onbegrepen gaat voelen.
Moet je 'om bestwil' dan maar beamen dat alles klopt wat ze hoort en ziet? Misschien gooi je dan het laatste restje veiligheid weg en geef je haar over aan die enge wereld waar ze zo bang voor is. Behalve dat het zo goed als onmogelijk voor mij persoonlijk is om die zaken te beamen.
Dat voelt niet goed.
Toch blijft ze steeds vragen om bevestiging.
Hoe ga je hier mee om?
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.