Hier geldt een tamelijk omslachtige regeling voor die in de bron aan de hand van een voorbeeld (de aanschaf van een telefoon :-) ) wordt toegelicht. Want die wordt vaak 'gemengd gebruikt'.
Het is niet zo dat je als ondernemer de btw 100% mag aftrekken als je de telefoon ook privé gebruikt. Dit is logisch. Anders zouden ondernemers een privé-voordeel hebben dat niet-ondernemers nooit kunnen hebben. Gelijke monniken, gelijke kappen :-)
Als je het helemaal goed wil doen, moet je het recht op btw-aftrek op drie momenten beoordelen. Dit geldt voor alle niet-investeringsgoederen die zowel zakelijk als privé worden gebruikt. In de bron worden als voorbeelden daarvan ook een prullenbak en een perforator genoemd. Dat gaat wat ver, naar mijn mening. Maar goed.
Beoordeling van het privégebruik moet volgen op:
* het moment van inkoop van het toestel (als dit in een ander aangiftetijdvak valt dan het moment van ingebruikname)
* het moment van ingebruikname
* aan het eind van het jaar van ingebruikname
Op elk van die momenten dient (zonodig) een correctie te worden toegepast als het werkelijke privégebruik anders blijkt te zijn geweest als het aanvankelijk geschatte. Na dat jaar van ingebruikname hoeft niets meer gecorrigeerd te worden.
Volgorde is: schatting maken van privégebruikpercentage op inkoopmoment. Btw over privégebruikdeel is niet aftrekbaar, rest wel. Vervolgens: nogmaals die schatting maken op moment van ingebruikname, correctie toepassen op bedrag dat al in aftrek was genomen. Dit nogmaals doen aan het eind van het jaar, als het werkelijke privégebruik over een langere periode bekend is. Dan nogmaals een correctie toepassen.
Op welke wijze de Belastingdienst dit controleert, weet ik niet.
- Bronnen:
-
https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/con...