Ga naar de inhoud

Spaarders krijgen dubbele klap: eerst inflatie én dan nog eens de fiscus

sparen Bron: © Canva. Wie zijn geld veilig wil stallen, wordt dubbel gestraft: eerst door de inflatie, daarna door de fiscus. 

Veel Nederlanders zetten hun geld veilig weg op een spaarrekening. Maar tegenwoordig krijgen spaarders niet alleen te maken met de gevolgen van inflatie; ook de Belastingdienst pakt een deel van het spaargeld af. Hoe werkt dat precies? En waarom voelt het alsof je als spaarder dubbel wordt gestraft?

Hoe werkt de vermogensbelasting in box 3?

Sinds 2017 betaal je in Nederland belasting over je vermogen via de zogenoemde vermogensrendementsheffing in box 3. Hierbij kijkt de Belastingdienst niet naar het daadwerkelijke rendement dat je op je spaargeld ontvangt, maar naar een fictief rendement. Voor 2025 gaat de Belastingdienst uit van een fictief rendement van 1,44% op spaargeld. Je betaalt belasting over het deel van je vermogen dat boven het heffingsvrije bedrag uitkomt: €57.684 per persoon, of €115.368 voor fiscale partners. Over het berekende rendement betaal je vervolgens 36% belasting.

Inflatie: Spaargeld verliest waarde

Naast belasting krijg je als spaarder ook te maken met inflatie. Als prijzen stijgen en je spaargeld nauwelijks rente oplevert, kun je met hetzelfde bedrag volgend jaar minder kopen. Je spaargeld wordt dus minder waard, zonder dat je daar iets aan kunt doen. Terwijl je spaargeld niet groeit, neemt de koopkracht ervan af door inflatie.

Dubbele financiële last voor spaarders

Het pijnlijke is: voor het waardeverlies door inflatie krijg je geen compensatie. Sterker nog, je moet alsnog belasting betalen over een rendement dat je waarschijnlijk niet hebt behaald. Dit wordt vaak gezien als een dubbele straf:

  1. Je verliest koopkracht door inflatie: je geld wordt minder waard.
  2. Je betaalt belasting over een fictief (niet behaald) rendement.

Voorbeeld: Stel, je hebt €100.000 spaargeld. Na aftrek van het heffingsvrije bedrag (€57.684), blijft er €42.316 over waarover je belasting betaalt. Met het forfaitaire rendement van 1,44% en een tarief van 36% komt dat neer op ongeveer €219 belasting. Maar als de inflatie 3% bedraagt en je spaarrente slechts 1% is, daalt de waarde van je spaargeld én betaal je belasting.

Kritiek en rechtspraak: Mogelijkheid tot teruggave

De Hoge Raad heeft eerder geoordeeld dat belasting heffen over fictieve winst soms oneerlijk is. Sinds juli 2025 kun je daarom, als je in de jaren 2017 tot en met 2025 minder rendement hebt behaald dan het forfait, via het formulier ‘Opgaaf werkelijk rendement’ bij de Belastingdienst om teruggave vragen. Je moet dan wel kunnen aantonen hoeveel rendement je écht hebt behaald, bijvoorbeeld met bankafschriften en jaaroverzichten.

  • Je krijgt alleen belasting terug als je werkelijke rendement lager is dan het forfait.
  • Kosten tellen niet altijd mee; het optellen van waardedalingen vereist nauwkeurige administratie.
  • Veel spaarders met alleen spaargeld krijgen waarschijnlijk geen compensatie, omdat de forfaits recent zijn verlaagd richting de spaarrentes.

Reacties van experts en belangenorganisaties

  • Consumentenbond: “De huidige box 3-regeling is oneerlijk voor spaarders die nauwelijks rendement halen.”
  • Vereniging Eigen Huis: “Spaarders worden dubbel geraakt door inflatie en belasting. De nieuwe wetgeving moet rechtvaardiger zijn.”

Nieuw box 3-stelsel vanaf 2028: Eerlijker, maar geen inflatiecorrectie

Vanaf 2028 wil de overheid box 3 hervormen. Dan betaal je belasting over het daadwerkelijke rendement: de rente, dividend, huur en koerswinsten of -verliezen die je dat jaar écht hebt behaald. Ook mogen verliezen dan worden verrekend. Helaas komt er geen inflatiecorrectie: de belasting houdt geen rekening met het feit dat je geld door inflatie minder waard wordt.

Praktische rekenvoorbeelden

Hieronder een tabel die laat zien hoeveel van €100.000 spaargeld overblijft na 5 jaar, bij verschillende inflatiepercentages en spaarrentes (exclusief belasting):

JaarSpaarrente 1% / Inflatie 2%Spaarrente 1% / Inflatie 3%Spaarrente 2% / Inflatie 2%
1€99.010€98.030€100.980
2€98.030€96.080€101.960
3€97.060€94.197€102.940
4€96.099€92.371€103.920
5€95.148€90.600€104.900

Dit zijn benaderingen, zonder belasting. Met belasting en inflatie smelt het spaargeld nog sneller weg.

Toekomstverwachtingen

  • Spaarrente: Verwacht wordt dat spaarrentes langzaam stijgen, maar voorlopig niet boven inflatie uitkomen.
  • Inflatie: Economen voorspellen dat inflatie de komende jaren schommelt tussen 2% en 4%.
  • Belastingregels: Vanaf 2028 komt het nieuwe box 3-stelsel, waarbij belasting wordt geheven over daadwerkelijk behaald rendement.

Wat kun je als spaarder nu doen?

  • Gebruik een online rekenmodule om te berekenen of het loont om je werkelijke rendement op te geven via de tegenbewijsregeling.
  • Bewaar jaaropgaven, bankafschriften en andere relevante documenten als bewijs.
  • Volg het nieuws en ontwikkelingen rond box 3, bijvoorbeeld via overheidssites en financiële nieuwsbronnen.

Tips om spaargeld te beschermen

  • Spreid je vermogen: Zet niet alles op 1 spaarrekening, maar verdeel over meerdere producten.
  • Kies voor deposito’s: Vaste rente biedt meer zekerheid, maar minder flexibiliteit.
  • Overweeg indexfondsen: Spreiding over veel bedrijven wereldwijd kan risico verkleinen.
  • Blijf geïnformeerd: Volg renteontwikkelingen en belastingregels.
  • Aflossen op hypotheek: Dit levert direct voordeel op door lagere maandlasten.

Internationale vergelijking

  • Duitsland: Hier bestaat geen vermogensbelasting op spaargeld, wel belasting op rente-inkomsten.
  • België: Geen vermogensbelasting, maar wel een belasting op effectenrekeningen.
  • Frankrijk: Vermogensbelasting geldt alleen voor zeer grote vermogens.
  • Verenigd Koninkrijk: Belasting op spaarrente boven een bepaalde grens.

Nederland is relatief streng voor spaarders ten opzichte van veel buurlanden.

Alternatieven voor sparen

Naast sparen op een reguliere spaarrekening zijn er verschillende mogelijkheden om je geld te laten groeien:

  • Beleggen in aandelen of fondsen: Dit biedt kans op een hoger rendement, maar brengt ook risico’s met zich mee. De waarde kan fluctueren.
  • Investeren in vastgoed: Bijvoorbeeld het kopen van een tweede woning om te verhuren. Dit vraagt om meer kapitaal en kennis van de markt.
  • Aflossen van hypotheek: Door extra af te lossen op je hypotheek kun je maandlasten verlagen en bespaar je op rente.
  • Deposito’s met vaste rente: Hierbij zet je geld voor een langere periode vast tegen een vaste (vaak hogere) rente, maar je kunt het tussentijds niet opnemen.

Let op: alternatieven kennen altijd een ander risicoprofiel dan gewoon sparen.

Het is momenteel niet aantrekkelijk om veel spaargeld aan te houden. Je spaargeld verliest langzaam waarde door inflatie, terwijl je er ook nog belasting over betaalt. De hoop is dat het nieuwe box 3-stelsel vanaf 2028 spaarders eerlijker zal behandelen, maar inflatie blijft voorlopig een ongrijpbare tegenstander.

* Startpagina geeft geen financieel advies, alleen tips en informatie. Raadpleeg bij vragen altijd een officieel adviseur.

Meer over: