De pinguïn is bedekt met een flinke laag veren. Dit verendek is waterdicht, zodat hij het niet koud krijgt. In het water is het koud. Om toch warm te blijven heeft de pinguïn een dikke speklaag onder de huid, en een waterdicht verenpak. De donsveren houden warme lucht vast, net als de kleren van een mens. Over het dons liggen kleine, platte veertjes als dakpannen over elkaar. De veertjes worden ingesmeerd met vet uit de vetklieren. Dat vet stoot water af, dus de pinguin wordt niet nat...