De lux stemt dus overeen met de verlichtingssterkte die men heeft wanneer iedere vierkante meter van het beschouwde oppervlak een lichtstroom van één lumen ontvangt. Het aantal lux wordt bijgevolg gevonden als het quotiënt van de totaal ontvangen lichtstroom, uitgedrukt in lumen, en de grootte van het verlichte oppervlak uitgedrukt in vierkante meters; derhalve is 1 lux = 1 lumen/m².
Wil je net niets meer zien, dan moet er hoogstens minder licht zijn dan 0,001 lux ofwel 1 millilux. Dat is minder dan het het licht, dat je op een grote heivlakte hebt ver van een grootstedelijk gebied bij een volledig bewolkte nacht. Uiteraard moet je dn wel heel goede ogen hebben, die heel goed zijn gewend aan de minimale lichtsituatie. Met heel goede ogen moet je wel minder licht hebben tot 0,1 millilux = 0,0001 lux
- Bronnen:
-
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lux_(eenheid)