Som zit al heel erg dicht bij het goede antwoord.
Sluizen worden gebouwd met puntdeuren. De punt wijst in de richting van het hoge water.
Stel dat de sluis vol is. Dat betekent dat het waterniveau /in/ de sluis gelijk is aan het waterniveau aan de hoge kant buiten de sluis.
De deuren aan de hoge kant kun je dan wel openen, want bij die deuren is het waterniveau aan beide kanten gelijk.
De deuren aan de lage kant kun je niet openen. Aan de binnenkant van die sluisdeuren staat het water namelijk hoger dan aan de buitenkant, waardoor de sluisdeuren met zo'n grote (water)kracht worden dichtgedrukt, dat openen onmogelijk is.
Doe je dan de deuren aan de hoge kant dicht, en laat je het water zakken, dan kunnen daarna de deuren aan de hoge kant niet meer open. Als het water gezakt is, staat bij die deuren namelijk het water aan de buitenkant veel hoger dan aan de binnenkant, waardoor die deuren stevig worden dichtgedrukt.
De deuren aan de lage kant kunnen nu wel open. Daar is het waterniveau nu aan beide kanten gelijk, zodat er geen netto waterdruk op de deuren staat.
Op die manier heb je geen ingewikkelde regelingen nodig die kapot kunnen gaan. De simpele fysica van het water, gecombineerd met de gepunte bouwwijze van de deuren, zorgt voor de benodigde veiligheid. En dat op een uiterst betrouwbare manier.