Wie is op basis van art. 13 algemene bepalingen 230a ROZ aansprakelijk voor schade aan roldeur (slijtage). Huurder of verhuurder?

De verhuurder is in beginsel verplicht de bedrijfsruimte vrij van gebreken ter beschikking te stellen. Een gebrek is aanwezig indien de huurder wordt gehinderd in zijn huurgenot en dit hem niet is toe te rekenen. Voor de verhuurder brengt dit met zich mee dat hij een vergaande informatieplicht heeft bij het sluiten van de overeenkomst aangaande toestand van de kantoor ruimte. Op gebreken die de huurder bij aanvang van de overeenkomst duidelijk waren, kan de verhuurder namelijk niet worden aangesproken. Verhuurders zullen derhalve als onderdeel van de overeenkomst een opleveringsbeschrijving opnemen waarin de toestand van de kantoor ruimte uitvoerig wordt beschreven. Het herstellen van kleine gebreken zul je zelf moeten betalen, maar treden er tijdens de huur toch nog niet voorziene ernstige gebreken op, dan moet de verhuurder die op aangeven van de huurder verhelpen.

Op grond van artikel 204 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek moet het gehuurde aan de huurder het genot verschaffen dat hij "bij het aangaan van de overeenkomst mag verwachten van een goed onderhouden zaak van de soort als waarop de overeenkomst betrekking heeft". Voldoet het gehuurde daar niet aan en is dit niet te wijten aan een aan de huurder toe te rekenen omstandigheid, dan is er sprake van een gebrek in de zin van de wet. De huurder kan de verhuurder dan aanspreken om hem alsnog het genot te verschaffen waar hij recht op heeft.

Voor alle zekerheid zou ik even bellen of mailen naar het Juridisch Loket: http://www.juridischloket.nl/Pages/default.aspx. Die hebben vaker met dit bijltje gehakt.