hoe komt het dat als je verkouden ben je niks ruikt?

Wanneer we de neus dicht knijpen, ruiken we minder. Verstopping van de neus kan dus ook reukverlies geven. Iedereen heeft wel eens gemerkt dat tijdens een neusverkoudheid de reuk tijdelijk minder was.

Toegevoegd na 3 minuten:
http://www.kno.nl/publiek/voorlichting/reuk

Er onstaat reukverlies wanneer door verstopping van (een deel) van de neus de geurstoffen het reukorgaan niet kunnen bereiken. Het reukorgaan zit boven in de neus Iedereen heeft wel eens een periode minder goed kunnen ruiken, meestal ten gevolge van een verkoudheid. Niet alleen het ruiken is minder, maar ook smaken eten en drinken niet zo. Vaak herstelt de reuk en daarmee de smaak vanzelf weer, nadat de verkoudheid helemaal is verdwenen.

Als u verkouden bent kunt u vaak niet meer goed ruiken. Soms komt het echter voor dat als u niet verkouden bent, u ook niks meer kunt ruiken. Het verlies van reuk wordt ook wel anosmie resp. hyposmie genoemd. Bij tijdelijke anosmie zit er een blokkering in de weg, die voorkomt dat de ruikende stoffen de reukzenuwen kunnen bereiken.
Vaak is er na het verlies van reuk ook een grotere moeite om te proeven. Men kan wel nog de verschillende smaken van elkaar onderscheiden, maar ze niet daadwerkelijk proeven. Dit komt omdat hier ook het reukzintuig bij te pas komt.
Het reukgebied heeft bij een virusinfectie even de tijd nodig om zichzelf weer helemaal te herstellen naar zijn originele staat.

Te veel slijm in de neus veroorzaakt snotteren. Neusverstopping wordt behalve door te veel slijm in de neus, vooral veroorzaakt door een verdikking van het slijmvlies. Deze slijmvliesverdikking ontstaat wanneer de bloedvaten in de neus, tijdelijk bloed vasthouden en daardoor dikker worden, bijv. door een verkoudheid.
Hierdoor kan het weefsel dat in jouw neus verantwoordelijk is voor het waarnemen van reukstoffen
(het reukepitheel) geen reukstof waarnemen en doorgeven naar de reukcentra in de grote hersenen.
Het reukepitheel bestaat namelijk uit cellen en de zenuwcellen hiervan, hebben een uitloper met meerdere
haarvormige uitsteeksels.
Deze haartjes steken uit de slijmlaag en de in de lucht zwevende geurstoffen kunnen de haartjes alleen stimuleren als ze zijn opgelost in de slijmlaag en zijn gebonden aan bep. eiwitten.

De in de lucht rondzwevende geurstoffen komen door inademing in contact met het reukepitheel. Door uitademing komen die stoffen dan weer vanuit de mond via de neuskeelholte bij het reukorgaan.

Door de verstopping kan je niet goed inademen en komen dus niet in contact met de haartjes en zo wordt geen geur doorgegeven aan het reukzintuig in de hersenen.