Bloedgroep, zo ontdek je welke bloedgroep jij hebt
Wat voor bloedgroepen zijn er en hoe vaak komen deze bloedgroepen voor?
Bloedgroepen zijn onderverdeeld in 4 hoofdcategorieën: A, B, AB en O. Deze bloedgroepen komen altijd voor in combinatie met een rhesusfactor positief of negatief. Hierdoor zijn er in totaal 8 verschillende bloedgroepen. Het percentage achter de bloedgroep geeft aan hoeveel procent van de Nederlanders deze bloedgroep heeft. 1. A-positief (36,6%) 2. A-negatief (6,4%) 3. B-positief (7,7%) 4. B-negatief (1,3%) 5. AB-positief (2,5%) 6. AB-negatief (0,5%) 7. O-positief (38,2%) 8. O-negatief (6,8%)
Hoe wordt een bloedgroep bepaald?
Bloedgroepen zijn structuren op de buitenkant van de rode bloedcel. Deze is bij iedereen anders. Iemand met bloedgroep A heeft eiwit A op zijn rode bloedcellen. Iemand met bloedgroep B heeft eiwit B. Iemand met bloedgroep AB heeft zowel eiwit A als B op de rode bloedcellen. Wanneer er geen eiwit op je bloedcellen zit, heb je bloedgroep O. Daarnaast is er nog een rhesusfactor. Als deze aanwezig is in je bloed, ben je rhesus positief. Als deze ontbreekt, ben je rhesus negatief. Je erft deze rhesusfactor van je ouders. Je krijgt er één van je moeder en één van je vader. Wanneer één van je ouders positief is, wordt die van jou dus ook positief.
Welke bloedgroep heb ik?
Wil jij weten welke bloedgroep jij hebt? Je bloedgroep is op verschillende manieren te achterhalen. Als je al een keer bloed hebt laten prikken bij de huisarts, staat dit waarschijnlijk in je medische dossier. Deze kun je gewoon opvragen bij je huisarts. Ook als je bloed doneert kom je achter je bloedgroep, door middel van speciale testapparatuur. Als jouw biologische ouders allebei bloedgroep O hebben, heb jij ook bloedgroep O. Bij de rest van de bloedgroepen is dit niet met zekerheid te zeggen.
Lees ook:
Auteur: Ilse Bloemendal
Meer Gezondheid