Je hebt 2 de macht en 3 de macht maar wat is -1 de macht?
Ik snap het niet helemaal. Op de rekenmachine typte ik in: 2^-1 en dat is 0,5. Kan iemand mij hiermee helpen.
Antwoorden (3)
Negatieve machten bereken je als volgt:
2^2 = 2x2 = 4
2^3 = 2x2x2 = 8
2^-2 = 1/ 2x2 = 1/4 = 0,25
2^-1 = 1/ 2 = 0,5
(Lees meer...)
2^2 = 2x2 = 4
2^3 = 2x2x2 = 8
2^-2 = 1/ 2x2 = 1/4 = 0,25
2^-1 = 1/ 2 = 0,5
Je kunt het als volgt begrijpen:
Stel je hebt 1 taart en bij 2^3 heb je 3 bakkers die de hoeveelheid taarten met telkens 2 kan vermenigvuldigen. Dus 1 x 2 x 2 x2 = 8
Stel nu dat een negatieve macht het tegenovergestelde van vermenigvuldigen dus delen dan krijg je dus: 1 taart gedeeld door 2 (want 1 bakker) = halve taart.
(Lees meer...)
Stel je hebt 1 taart en bij 2^3 heb je 3 bakkers die de hoeveelheid taarten met telkens 2 kan vermenigvuldigen. Dus 1 x 2 x 2 x2 = 8
Stel nu dat een negatieve macht het tegenovergestelde van vermenigvuldigen dus delen dan krijg je dus: 1 taart gedeeld door 2 (want 1 bakker) = halve taart.
een jaar geleden
De logica is als volgt
2^4 = 2x2x2x2 = 16
2^3 = 2x2x2 = 8
Kortom, verlaag je de exponent (hier van 4 naar 3) dan deel je eigenlijk door 2.
Dit kun je logisch doorredeneren.
2^2 = 4 (delen door 2, vergeleken met 2^3)
2^1 = 2 (delen door 2)
2^0 = 1 (weer delen door 2)
2^-1 = 1/2 (nog eens delen door 2)
2^-2 = 1/4 (inderdaad, delen door 2)
(Lees meer...)
2^4 = 2x2x2x2 = 16
2^3 = 2x2x2 = 8
Kortom, verlaag je de exponent (hier van 4 naar 3) dan deel je eigenlijk door 2.
Dit kun je logisch doorredeneren.
2^2 = 4 (delen door 2, vergeleken met 2^3)
2^1 = 2 (delen door 2)
2^0 = 1 (weer delen door 2)
2^-1 = 1/2 (nog eens delen door 2)
2^-2 = 1/4 (inderdaad, delen door 2)