Hoe werkt binomcdf?

De kans op hoogstens ... keer succes bereken je met binomcdf.
Het eerste getal is: aantal herhalingen.
Het tweede getal is: de kans op succes (van 1 experiment)
Het derde getal is het getal wat er op de puntjes moet staan.
Voorbeeld: Er worden zeven kinderen geboren.
De kans op hoogstens 2 meisjes vind je met: Binomcdf(7,0.5,2)

BinomCdf(n,P,X) gaat over een herhaald kansexperiment waarbij de kans niet veranderd.

Als voorbeeld nemen we het gooien met 5 dobbelstenen.
We tellen hierbij het aantal 6'en. De toevalsvariabele x is dan het aantal keer dat we 6 hebben gegooid en we willen weten wat de kans is dat we minder dan 3 zessen gooien.

terug naar BinomCdf(n,P,X):

n is het aantal keer dat het kansexperiment wordt herhaald. In dit voorbeeld dus 5 keer

P is de kans op succes. Omdat we kijken naar het aantal zessen moet je hiervoor de kans invullen dat je met 1 dobbelsteen 6 gooit. Oftewel 0,166667

voor X moet je 2 invullen, want dan rekent binomCdf voor je uit hoe groot de kans is dat x (het aantal keer 6) kleiner dan of gelijk is aan X. Deze functie rekent dus uit wat de kans is dat je 0, 1 of 2 keer 6 gooit.

antwoord: BinomCdf( 5 ; 0,166667 ; 2 )