Tijdens de Wetenschappelijke Revolutie was Galileo Galilei de eerste die de zwaartekracht onderzocht door middel van waarnemingen aan banen van hemellichamen en valproeven op aarde.
Isaac Newton heeft de aard van de zwaartekracht in de kosmologie als eerste ingezien. Volgens eigen zeggen kwam hij op het idee toen hij een appel uit de boom zag vallen. Dat de appel op zijn hoofd viel, zoals soms wordt beweerd, is twijfelachtig.[1] Het baanbrekende karakter van zijn theorie zat hem vooral in het toepassen van eenzelfde wet voor aardse situaties, bijvoorbeeld een appel die van een boom valt en hemellichamen. Newton verklaarde met zijn zwaartekrachtwet de banen van planeten, die Nicolaus Copernicus, Johannes Kepler en Tycho Brahe hadden beschreven maar niet hadden verklaard. In elk geval realiseerde hij zich dat de maan aantrekkingskracht van de aarde ondervindt, maar dat die in evenwicht wordt gehouden door middelpuntvliedende kracht van Christiaan Huygens.[2]Getijdenbeweging kon hij verklaren uit de aantrekkingskracht van de maan.
Een ander voorbeeld van Newton is de kanonskogel. Een kanonskogel die met voldoend grote snelheid wordt weggeschoten, kan ook in een baan om de aarde gaan vliegen, of zelfs nooit meer terugkomen (zie ontsnappingssnelheid). Overigens is het nauwkeuriger te zeggen dat aarde en maan beide om hun gemeenschappelijk zwaartepunt heen bewegen.
- Bronnen:
-
http://nl.wikipedia.org/wiki/Zwaartekracht