hoe kan een onderzoeker ervoor kan zorgen dat de betrouwbaarheid en de validiteit van zijn onderzoek zo hoog mogelijk is?

Validiteit
Een onderzoeker moet bepalen hoe nauwkeurig zijn metingen zijn. Zolang hij dat erbij vertelt maakt hij geen enkele fout. Een voorbeeld: met een normale liniaal kan je tot op de halve millimeter nauwkeurig meten. Als je er een A4'tje mee opmeet zul ze zien dat die 297mm plus of min 0,5mm hoog is. Zeggen dat je weet dat het papiertje precies 297mm zou onwetenschappelijk zijn. Maar met de meetfout erbij vermeld is het 100% valide. Er komt ook een apart stukje wiskunde bij kijken als je meetfouten bij elkaar optelt, vermenigvuldigd, etc.

Betrouwbaarheid
Een meetinstrument kan nooit 100% betrouwbaar zijn, er is altijd met een foutmarge. Die wil je zo klein mogelijk houden. Hoe je dat doet verschilt van instrument tot instrument: gebruik betere materialen, maak het groter, of juist kleiner, gebruik het bij een vaste temperatuur, etc.

Google op meet- en regeltechniek voor meer informatie.

Validiteit speelt bij de constructie van je vragenlijst: meet je wat je wilt meten? Zorg dat je in de theorie opzoekt wat er over een bepaald onderwerp bekend is, vraag om het oordeel van deskundigen of doe kwalitatief vooronderzoek. De manier van vragen beinvloedt de betrouwbaarheid. Eenduidige vragen leiden in het algemeen tot betrouwbare antwoorden. Dus stel je vragen op een manier die voor iedereen duidelijk is! Geef altijd een periode aan, in plaats van bijvoorbeeld te vragen: Drinkt u vaak bier? Wat is dan vaak? Wees specifiek!