Vollen is een synoniem voor vervilten. Wol kan door sop, warmte en wrijving vervilten. Dat komt doordat de schubben van de wol in elkaar haken. Wol kan erg veel water opnemen, wordt hierdoor elastisch en rekt uit. Zo kan je er (vilt)stof van maken.
Vroeger gebruikte men de ruwe vachtwol zo van het schaap voor het vilten. Een van de methodes uit Azië: Men spreidde de net geschoren schapenvacht losjes uit over een grote mat of lap en besprenkelde deze met water. Dan rolde men de mat strak op en bond men deze rol achter een paard. Na enkele kilometers rollen achter het paard werd de mat weer opengemaakt en was de losse wol vervilt: het was tot een lap geworden.
Deze methode wordt, zij het enigszins aangepast, nu nog gebruikt voor het vervaardigen van vilt voor yurts. De tenten die de nomaden in Mongolië nog steeds gebruiken.
Toegevoegd na 1 minuut:
Een volmolen is een machine op waterkracht, waarmee wol vervilt wordt door met houten hamers in een bak op de natte grondstof te slaan. Het grove wollen laken was in vroegere eeuwen de voornaamste grondstof voor daagse kleding. De eigenschappen van het laken werden bepaald door de veredeling. Een onderdeel daarvan was het vollen. Dit is een bewerking, waarbij wollen weefsels in zwak alkalische oplossingen gedrenkt worden en gekneed, waardoor zij vervilten. Hierbij worden de vezels tot een dichte en egale massa gestampt. De stof wordt daardoor dichter, meer slijtvast en beter isolerend. De houten hamers vallen in de volkom, waarin het laken ligt met de hulpstoffen. Als hulpmiddelen worden vette klei (hier blauwe leem of vollersleem), urine, zeep en water gebruikt. Door het gebruik van urine was de stank rond een volmolen vaak niet te harden. Een dergelijke molen werd daarom in de regel ver buiten het dorp gebouwd.
- Bronnen:
-
http://www.filtviltwerk.nl/watisvilten.html
-
http://www.rooyseschans.nl/historie.html