Dit heeft voornamelijk met bewustzijn te maken. Wanneer jij je continu bewust zou zijn van alles wat je hoort, ziet, voelt, proeft, ruikt dan zou je als het ware overbelast raken. Om deze reden is er een soort filter in de hersenen ingebouwd. Dit filter bepaald welke prikkels doorgelaten worden en waar jouw aandacht naar uit gaat. Omgekeerd werkt het natuurlijk ook, als jij je aandacht ergens op vestigt zullen deze signalen doorkomen (denk bijvoorbeeld aan een televisie die op de achtergrond aanstaat, of mensen die een gesprek voeren, na verloop van tijd besteedt jij hier geen aandacht meer aan wanneer het niet interessant voor jou is).
Nu terug naar de beestjes. In feite heb je altijd wel ergens jeuk. Daarnaast voel je ook hoe bijvoorbeeld jouw kleding jouw vel raakt of er een haartje langs je gezicht strijkt. Deze gevoelens worden echter veelal 'uitgefilterd'. Het heeft geen nut om je er de hele dag bewust van te zijn hoe de spijkerstof van jouw broek op jouw benen voelt. Dit kost veel te veel energie. Maar toen zag jij die spin. Je werd je bewust van de mogelijkheid dat er beestjes in jouw directe omgeving kunnen zijn (iets wat je wel weet, maar je wederom niet continu bewust van bent) en dus werd er in jouw brein besloten om hier extra goed op te letten. Gevolg: Kriebeltjes.
Een extra factor is tevens dat het menselijk lichaam eigenlijk helemaal niet zo goed kan 'voelen', er zijn bepaalde punten (zoals bijvoorbeeld jouw handen) die gevoelig zijn, maar grote delen kennen zo weinig 'gevoelszenuwen' (ik gebruik dit woord even om alle verschillende zenuwuiteinden die verband houden met gevoel samen te vatten) dat er eigenlijk vrij weinig gevoeld kan worden. Hierdoor kunnen zwakke signalen soms lastig geïnterpreteerd worden waardoor jij wederom kunt denken dat er iets kriebelt terwijl er misschien enkel een lichte druk van jouw trui op de huid aanwezig is.