Er bestaan ruwweg 3 soorten stoffen: metalen, moleculaire stoffen en zouten. In de vaste fase vormen die een kristalrooster: een metaalrooster, een molecuulrooster en een ionrooster. In zo'n rooster zijn de opbouwende deeltjes van de stof netjes gerangschikt en kunnen geen kant op. Daarom kunnen ze geen stroom geleiden: stroomgeleiding is beweging van geladen deeltjes.
Dat geldt niet voor de metalen; in een metaalrooster heeft ieder metaalatoom 1 of meer elektronen los gelaten, die vervolgens vrij kunnen bewegen: vrije elektronen. Er blijven dan positieve atoomresten achter, Dat is de reden dat vaste metalen stroom geleiden; de vrije elektronen bewegen van de éne naar de andere kant.
In een molecuulrooster heb je geen geladen deeltjes; moleculen hebben geen lading.
Bij een ionrooster heb je wel geladen deeltjes, de positieve en negatieve ionen. Maar in een vaste stof kunnen ze niet van hun plaats en geleidt de stof dus niet.
Als je het ionrooster verbreekt, door smelten of oplossen van het zout in water, geleidt het zout wel stroom, omdat nu de ionen vrij zijn en dus hun lading van de éne kant naar de andere kant kunnen brengen.