Alle atomen hebben een kern, met electronen die daar 'omheen bewegen' Deze electronen kunnen energie opnemen en afgeven. Dit gebeurt in zeer specifieke golflengtes. Hierdoor komen bepaalde golflengtes veel sterker terug dan andere. Dit bepaald de kleur van de stof. Dit wordt gebruikt bij spectrometrie: Door heel nauwkeurig het verschil te meten tussen inkomende en uitgaande lichtbundels kan je de chemische samenstelling van stoffen bepalen.