Hoe is het te verklaren dat wanneer men iets in het water gooit altijd ongeacht wat het voorwerp is er altijd kringen verschijnen?.

Dit is niet zo.

Als je een lange paal horizontaal boven het water hangt, bijvoorbeeld met twee touwen aan de uiteinden, en dan die twee touwen tegelijk doorknipt, dan zul je een rechthoekige golf krijgen.

Die rechthoekige golf wordt steeds groter. Na bijvoorbeeld 1 seconde is elk stuk van de golf 1 meter verder gekomen van de plek waar dat stuk ontstond.

Als je dat tekent, zie je dat je dan langs de paal nog een recht stuk golf hebt, maar aan de beide einden al een halfronde golf.

Hoe groter de golf wordt, hoe minder het opvalt dat er tussen de beide halfronde uiteinden een recht stuk golf zit.

Bijvoorbeeld: paal van drie meter, even wachten, en je hebt twee halfronde golven met een diameter van een meter. Daartussen zit een recht stuk met een lengte van drie meter. Dat valt nog op.

Maar wat later heb je twee halfronde golven met een diameter van 15 meter. Daartussen zit een recht stuk met een lengte van 3 meter. Dat is dan relatief zo klein, dat het niet meer opvalt dat er een recht stukje tussen de beide halfronde uiteinden zit.

Je denkt dan dat je een ronde golf ziet, ook al is dat in feite niet zo.

Normaal gooi je geen lange palen van drie meter horizontaal in het water, maar veel kleinere voorwerpen. Daarbij speelt hetzelfde effect, maar de rechte stukken zijn dan een stuk kleiner. Die vallen dan dus nog minder op.

Toegevoegd na 18 minuten:
Ik heb een plaatje gemaakt van mijn paal.

Rond de paal zie je de steeds groter wordende golf.

Je ziet duidelijk dat de vlakke stukken links en rechts al helemaal niet meer opvallen, hoewel ze er nog steeds zijn.

De vlakke stukken boven en onder zijn nog wel zichtbaar, maar je kunt je voorstellen dat ook die niet meer zouden opvallen als ik de tijd zou hebben genomen de golf nog verder te laten uitwaaieren.