Stel, jij stijgt op in een raket, en ik sta in m'n achtertuin je uit te zwaaien. Jij kijkt uit je raampje naar mij. Je ziet mij door het feit dat er licht aanwezig is, dat via mij naar jou reflecteert. Als dat licht er niet was, dan zou je mij niet kunnen zien, want dan was het daar te donker voor.
Stel jij gaat langzamer dan de snelheid van het licht. Dan zij je mij gewoon zwaaien, en hopelijk zwaai je dan terug!
Stel je gaat precies even snel als het licht. Dan zie je mij niet zwaaien, maar dan zie je een stilstaand beeld van mij. Je gaat evensnel als het licht dat van mij afstraalt, dus komt er ook geen licht van latere bewegingen, want jij gaat even snel als dat licht.
Stel je gaat sneller dan het licht. Dan zie je mij de andere kant op zwaaien, en dan zie je me daarna achteruit naar binnen lopen. Omdat jij sneller dan het licht gaat, zie jij de lichtstralen die ik eerder had verzonden, en omdat je sneller dan die lichtstralen gaat zie je daarna de lichtstralen die ik daar weer voor had verzonden. Daarom ga ik achteruit.
(In het echt werkt dit natuurlijk niet. Als je met lichtsnelheid zou vertrekken, zou je mij al na enkele nanoseconden niet meer kunnen zien, misschien dat je de aarde in tegenovergestelde richting zou zien draaien, maar dat weet ik niet zeker)
Ik hoop zo je vraag een beetje te hebben beantwoordt.