Een verrekijker is opgebouwd als een samenstel van lenzen. Kijken we met onze ogen zonder hulpmiddelen dan zien we een groot beeld, het gezichtsveld is een wijde hoek (140° horizontaal en 80° verticaal) Een verrekijker is zo gebouwd dat je dit gezichtsveld beperkt, en de hoeveelheid licht die in die kleine hoek beschikbaar is optimaliseert en het beeld vergroot.
Even simpel gezegd: er zit een grote lens aan de voorkant, kleine lens aan de achterkant. De grote lens aan de voorkant dient om veel licht op te vangen, dat wordt gebundeld, en via de kleine lens vlak voor je ogen wordt dat in de juiste richting gezet opdat je het als een normaal beeld kunt zien.
Als je nu een tweede verrekijker achter de eerste zet, dan is het beschikbare beeld alleen maar dat wat je in je eerste verrekijker hebt opgevangen. Je kunt dus niet hoek van het gezichtsveld verder verkleinen, maar je gaat uit van de uitkomst van de eerste kijker.
Nog afgezien of je het helemaal scherp kunt krijgen qua instellingen, je schiet er niets mee op want je hebt gewoon geen verdere uitvergroting van een deel van je eerste verrekijker, en je hebt onvoldoende licht.
De manier om beter te vergroten is een verrekijker te nemen die met een ander lenzenstelsel werkt waar het blikveld nog verder beperkt wordt, en waar nog meer licht mee wordt opgevangen zodat er voldoende overblijft om nog goed te zien.