Gedurende de evolutie hebben de planten zich als maar aangepast om te kunnen overleven.
Natuurlijke selectie en spontane mutaties hebben hier een grote rol in gespeeld.
Met hun bladeren ( Baldgroen) kunnen ze koolzuurgas opnemen en zuurstof uitstoten.
Hoe meer licht er voor de plant is, hoe korter zijn de cellen van de plant, hoe donkerder, hoe langer de cellen zijn, we noemen dat rekken naar het licht.
Indien een plant aan een kant licht staat en de achterkant donker, dan zal de plant aan de donkere kant langere cellen maken en aan de lichte kant kortere, hierdoor gaat de plant scheef groeien, of wel, naar het licht toe groeien.
Ook kunnen planten met elkaar communiceren door chemische signalen uit te zenden, hierdoor kunnen de planten de beschikbare ruimte verdelen, zonder elkaar in de weg te zitten.
Onder de grond gebeurt ongeveer het zelfde, als de wortels van verschillende planten elkaar naderen, gaan ze indien mogelijk elkaar uit de weg!
Volgens onderzoeken kunnen planten elkaar ook waarschuwen, tegen aantasting van vraatzuchtige insecten.