Wilde honden en wolven begraven overgebleven stukken van hun gedode prooi. Zo blijven de overgebleven kadaverdelen veilig voor aaseters en beschermd tegen vliegen en maden. Als de honger terugkeert, en de rust en veiligheid om te eten, wordt het voedsel weer opgegraven, flink geschud om de aarde eraf te krijgen en verder opgegeten. Onze honden hebben vaak eerder te veel dan te weinig eten. Ze hebben dus soms geen echte trek en verstoppen dan een bot tot later. Juist een bot roept de neiging tot begraven op, omdat botten moeilijk in één keer zijn op te eten. Honden onthouden dat ze hun bot hebben begraven, vaak weten ze precies waar het moet liggen. Zo niet, dan zorgt een bezoek aan de tuin voor het opfrissen van zijn geheugen. Even graven, schudden en de pret kan beginnen.
- Bronnen:
-
http://www.troskompas.nl/artikelen/rubriek...