In het begin van de vijftiger jaren begonnen Prof. Harold Urey en één van zijn studenten, Stanley Miller, te experimenteren om Oparin's theorie te bewijzen. Miller bouwde een apparaat waarin gassen circuleerden, die waarschijnlijk in de vroegste atmosfeer aanwezig waren:
Na het experiment een week zijn gang te laten gaan, waren de resultaten verbazingwekkend.
De eerst kleurloze oplossing in het apparaat was rood geworden.Miller vond er veel organische moleculen in terug, waarvan sommige niet direct konden worden thuisgebracht.
Dit bewees in feite Oparin's theorie dat organische verbindingen zouden kunnen zijn gevormd in de vroegste atmosfeer.ook liet het zien dat sommige aminozuren zouden zijn samengegaan met waterstofcyanide(HCN), dat een bijproduct is van vulkanische activiteit.
Deze samenstelling zou purines en pyridines vormen, die worden gebruikt om nucleïnezuur te maken, dat op haar beurt DNA vormt.
Nadat deze verbindingen bij de vorming van de aarde waren ontstaan, begon de aarde uiteindelijk af te koelen. Waterdamp condenseerde (werd water), waardoor enorme oceanen, zeeën en meren ontstonden, waarin eenvoudige organische moleculen zich gedurende miljoenen jaren begonnen te verzamelen, waardoor een 'organische soep' met verschillende soorten moleculen ontstond.
De aminozuren zouden dan zijn gepolymeriseerd (wat betekent dat zij ketens vormden zoals eiwitten; bijvoorbeeld: az = aminozuur en az-az-az-az-az = eiwit).
Maar hoe deze eiwitten en andere organische verbindingen de eerste cel vormden? Dat is niet erg duidelijk, maar het meest waarschijnlijk is, dat een groep van organische moleculen inclusief eiwitten en primitieve vetzuren, zich in een druppelachtige of belletjesachtige structuur vormden, die de eigenschap had zich te verenigen met elementen van buitenaf, zoals eiwitten, die er geen deel van uitmaakten. Uiteindelijk zouden deze druppeltjes gegroeid zijn en gesplitst. En die druppeltjes zouden zich uiteindelijk ontwikkeld hebben tot de eerste cel.
Die eerste cellen zouden zelfvoorzienende cellen (autotrophs) zijn geweest, dat zijn organismen die hun eigen energie produceren, gewoonlijk met behulp van zonlicht.
Enkele van deze cellen zouden dan evolueren tot niet-zelfvoorzienende cellen (heterotrophs), dat zijn organismen die organisch materiaal in zich opnemen als voedingsbron.
Ik heb de tektst niet letterlijk overgenomen(er missen stukken) ivm max tekens die ik mocht plaatsen.
Zie de link voor de volledige uitleg
- Bronnen:
-
http://mediatheek.thinkquest.nl/~ll125/nl/...