Inwendig zijn alle lichaamsdelen of weefsels die je open moet maken met chirurgie, dus met snijden of prikken, om ze te benaderen. Hart, bloedvaten, lever, hersenen, spieren, onderhuids bindweefsel en botten horen daarbij.
Het uitwendig milieu is over het algemeen of in ieder geval heel vaak benaderbaar zonder snijwerk. Dan moet je denken aan mond- en keelholte, maag, darmen, uitwendige gehoorgang, baarmoeder en urineblaas.