Wiskunde B is wat meer theoretisch dan wiskunde A, waar het meer om de toepassing in het dagelijks leven gaat. Bij wiskunde B kun je vragen krijgen in de trant van "hoe groot is de oppervlakte onder deze grafiek", terwijl wiskunde A vragen behandelt als "hoe veel geld heb je als je 100 euro 5 jaar vast zet tegen 3% rente".
Er is natuurlijk ook veel overlap. Algebra hoort er altijd bij, differentieren ook wel. Maar integralen en reeks ontwikkelingen en dat soort dingen, dat is meer het hard-core wiskunde B werk.