De Wet Flexibiliteit en zekerheid wordt per 1 juli 2014 gewijzigd in
de Wet Flexibiliteit en zekerheid. Deze wet moet nog wel worden aangenomen, maar aanname is vrijwel zeker.
De ketenbepaling wijzigt: Artikel 7:668a van het Burgerlijk Wetboek (BW) regelt dat drie elkaar opvolgende tijdelijke contracten binnen een periode van drie jaar, de vierde keer overgaan in een vast contract. Tijdelijke contracten worden als opeenvolgend gezien als zij elkaar met een tussenpoos van drie maanden of minder opvolgen.
De nieuwe wet wijzigt de huidige ketenbepaling als volgt:
* De maximumtermijn van de ketenbepaling wordt teruggebracht van drie jaar naar twee jaar. De tussenpoos waarbinnen contracten als opeenvolgend worden gezien, wordt verlengd van drie naar zes maanden. Hiervan kan niet meer bij cao worden afgeweken.
* Afwijking bij cao van de maximale duur en het maximale aantal contracten blijft mogelijk tot hooguit zes tijdelijke contracten in een periode van ten hoogste vier jaar, maar wordt wel aan voorwaarden gebonden. Maar dat mag alleen bij werkzaamheden die noodzakelijkerwijs met zich brengen dat zij projectmatig worden gefinancierd en daarom verlenging van de ketenbepaling rechtvaardigen.
Conclusie: volgens de nieuwe wet moet uw werkgever u dus een vast contract aanbieden als de termijn van het huidige (tweede) contract ná 1 juli 2014 eindigt. De werkgever kan echter ook uw contract niet verlengen. Als vervolg van het werk aangeboden wordt moet hier minimaal 6 maanden tussen zitten.
- Bronnen:
-
http://www.personeelsnet.nl/bericht/dit-zi...