Wat doe je met je autopapieren als je ergens parkeert (thuis in de straat, bij werk, in de stad, ...?

In Nederland is het verplicht om je kentekenbewijs (het groene pasje) en je rijbewijs (het roze pasje) bij je te hebben als je autorijdt. Niet verplicht, maar wel handig is een schadeformulier dat je kunt gebruiken bij een ongeluk.
Als je naar het buitenland gaat, kan het verplicht zijn om ook de groene kaart (verzekering) en het laatste apk-keuringsrapport bij je te hebben.
Als je de auto nog niet lang hebt of niet goed kent, is het ook handig om het instructieboekje bij je te hebben. Dan kun je onderweg opzoeken wat het betekent als bijvoorbeeld een waarschuwingslampje gaat branden.

Oude facturen en vorige apk-rapporten hoef je niet bij je te hebben. Je kunt ze bewaren om bij verkoop van de auto aan te tonen wat er wanneer is vervangen. Ook een NAP tellerrapport heb je alleen nodig bij verkoop van de auto.

De tenaamstellingscode (1 deel op een brief en 1 deel op een kassabonnetje) neem je NOOIT mee in de auto en laat je zeker niet achter in de auto. Stel dat iemand tijdens het winkelen jouw tas steelt... Die heeft dan jouw autosleutels, jouw kentekencard èn de tenaamstellingscode die netjes in de auto lag! Auto meenemen en verkopen is dan wel heel eenvoudig. De verzekeraar zal erg moeilijk doen als je auto is gestolen èn verkocht met alle papieren. Bewaar die code daarom ook niet thuis in het meest voor de hand liggende laatje. Bij een inbraak in je woning kunnen dan ook eenvoudig de sleutels èn de code worden meegenomen.

Kortom:
Instructieboekje, apk-rapport en groene kaart kun je gewoon in de auto laten liggen.
Kentekencard houd je bij je.
Tenaamstellingscode thuis (of bij een familielid) bij voorkeur in een kluis of brandkast.

Je rijbewijs heb je bij je (in de auto en buiten de auto), je tenaamstellingscode bewaar je thuis, en de rest van de papieren mag i de auto blijven. Daar kan toch niemand iets mee.