Het is en blijft een lastig onderwerp waarop niet altijd eenduidige antwoorden op te geven zijn.
Op de gelinkte site heb ik er het volgende over geschreven:
" Maak een keuze in je benadering/denken tussen situaties: binnen de bebouwde kom, buiten de bebouwde kom of autoweg en autosnelweg
Als je uit gaat van de maximaal toegestane snelheid die ter plaatse geldt, rem (A) je bijna altijd binnen een verkeersbeeld met:
•zwakke of instabiele weggebruikers
•smalle wegen en tegenliggers
•stremming of obstakels op de rijbaan
•inhalen en tegenliggers
•onoverzichtelijke en gevaarlijke kruispunten
•drukke (winkel)gebieden, scholen e.d.
•onoverzichtelijke of scherpe bochten
•ontstaan van stremming of file
•grote snelheidsverschillen tussen bestuurders onderling
Het los laten van het gas (B) pas je toe als je de situatie niet vertrouwt, maar deze wel goed kunt overzien en deze geen direct gevaar oplevert. Ga hierbij uit van een gepaste rijsnelheid.
Je doet niets (C) als de situatie goed is te overzien, je geen direct gevaar hebt te verwachten, je voldoende ruimte op de weg hebt om je actie uit te voeren, de snelheidsverschillen tussen bestuurders onderling niet te groot zijn, een zijdelingse verplaatsing veilig kunt uitvoeren etc ".
- Bronnen:
-
http://www.autorij-instructie.nl/?p=744