Wanneer spreken we van een roeping?
Dat het op verschillende vlakken past weet ik. Een verpleegster mag ook zeggen dat ze de roeping heeft om zieken te helpen.
In mijn vraag heb ik het vooral over geloof.
Ik weet wel dat een roeping een religieuze ervaring is. Dat je daardoor vb pastoor, non of missiewerker gaat worden.
Waarom zeggen we dat dan niet van iedereen die iets doet in naam van zijn geloof? Waarom is het zo dat we soms zeggen dat een mens een roeping heeft als hij doet wat het geloof vraagt.
Want soms plakken we er de naam terrorisme op als de mensen doen wat hun geloof vraagt.
En andere keren dan worden die mensen als niet toerekeningsvatbaar gezien. Ook al doen deze ook weer enkel wat hun geloof wil.
Gisteren stelde ik ook een vergelijkbare vraag, maar misschien waren mijn woorden iets te hard gekozen. Al was dat zeker niet de bedoeling.
De vraag is weggehaald, mensen die ze gezien hebben of erop een antwoord gegeven hebben, sorry.
Via deze vraag met minder harde taal zou de vraag toch wel in orde zijn.
Is er dus een grens tussen 'mag wel geloof' en 'mag niet geloof'?
En waar past die term roeping dan correct binnen?
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.