In een groot deel van de geschiedenis van de Grieken en Romeinen was uitgesproken atheïsme een misdaad. Dat zal niet geweest zijn omdat niemand ooit twijfelde aan het bestaan van de goden. Zoals al eerder is genoemd werd Socrates officieel voor o.a. atheïsme ter dood veroordeeld.
Bij de Romeinen werden - hoe wonderlijk dat ook klinkt - christenen beschouwd en vervolgd als atheïsten. Een eigen god hebben, oké, maar waar het om ging was of je meedeed aan de eredienst voor de Romeinse goden en dan specifiek de goddelijk verklaarde keizer.
Maar goed, voor discussie over het bestaan van de goden moet je vooral bij de Grieken zijn. Dan zie je al een verschil tussen de scheppingsmythe en wat filosofen dachten over het ontstaan van de wereld.
Volgens het godenverhaal begon het met Chaos waaruit Tartaros, Gaia en Eros voortkwamen, waarop Gaia de wereld baarde. Vroege presocratische filosofen zoals Thales, Anaximenes, en Heraclitus zochten echter een verklaring voor het ontstaan van de wereld die je bijna proto-natuurkundig denken kan noemen; Ze gingen ervan uit dat één en ander ontstaan zou moeten zijn uit een 'oerelement' waar de rest uit zou moeten zijn ontstaan. Zij namen de scheppingsmythe dus zeker niet letterlijk. Dit alles was trouwens zo rond de zevende tot vijfde eeuw voor Christus.
Ook latere postsocratische Griekse filosofen hadden hun eigen interpretaties van wat goden waren, dat soort denken stopte dus niet bij de veroordeling van Socrates. Bijvoorbeeld Epicurus zag de goden als volmaakt gelukkige wezens. En zo volmaakt gelukkig konden ze natuurlijk niet zijn als ze zich met mensen bemoeiden. Een totaal ander beeld dus dan in de Griekse mythologie, waarin de goden niets anders lijken te doen dan zich persoonlijk met mensen bemoeien.