In de tijd dat de meeste sprookjes zijn ontstaan, hadden moeders nog niet de bovennatuurlijke mythische status van ´Uberheiligen´ die ze vandaag de dag hebben, en waren de monsters in de gruwelverhalen gewoon moeders. Vaders zijn sowieso in die verhalen weinig of niet aanwezig, aan het werk of aan het regeren, en met een beetje geluk hebben ze net de tijd om een stiefmoeder te zoeken voor hun kinderen. Verder zijn ze blijkbaar niet relevant voor het verhaal.
Pas in de tijd dat de industrialisatie goed op gang gekomen was, de kerk haar schaapjes op het droge moest zien te houden en het gezin de hoeksteen van de samenleving moest worden, zijn langzaam maar zeker deze gruwelijke moeders vervangen door stiefmoeders ; een écht móeder kon toch onmogelijk haar kind(eren) op zo'n manier behandelen ? Dat MOESTEN wel vreemden zijn. En met de toen nog altijd zeer actuele sterfte onder vrouwen, voornamelijk in het kraambed, was de stiefmoeder de ideale kandidaat .
Nog steeds zou het sprookje van bijvoorbeeld Sneeuwwitje of Assepoester ons vreemd in de oren klinken als we zouden lezen dat het haar MOEDER was die haar gebruikte als huissloof of concurreerde met haar dochters schoonheid. Toch nemen we dergelijke praktijken -en erger- dagelijks waar, en deze moeders, die geen uberheiligen zijn die alles geven voor hun kinderen (wat tegen de propaganda in ook geen aangeboren eigenschap is) hebben het in de regel zwaar te verduren.
Anderzijds verwachten we van stiefmoeders nog steeds weinig goeds, wat in de huidige samenleving met bijna net zo veel stiefmoeders als moeders wellicht weer om een herschrijving van de oude sprookjes vraagt...
- Bronnen:
-
o.a. Aminata Forza - de Mythe van het Moederschap