Omdat de vraag in “Meteorologie” is gesteld, zal ik het uit die gezichtshoek bekijken. Buiten, met een dikke jas aan en een muts op.
Sneeuw bestaat uit allemaal ijskristallen. Bevroren water.
Bij een temperatuur van precies nul graden blijft dat bevroren water. Bij nul graden kan water zowel in vloeibare vorm bestaan als in vaste vorm, waarbij we dan voor de verschillende verschijningsvormen verschillende namen hebben, zoals o.a. sneeuw, rijp, en ijs voor hebben.
De sneeuw kan niet bevriezen, want het is al bevroren water. Sneeuw kan wel harder worden als de sneeuwlaag flink verder afkoelt – maar de vraag veronderstelt dat het 0 graden is en blijft.
Hij kan ook niet gaan smelten (naar vloeibaar water), omdat er geen energie wordt toegevoerd. Want om van een kilo sneeuw pakweg een liter dooiwater te maken, moet je behoorlijk veel warmte toevoeren, waarbij de sneeuw dan niet warmer wordt dan 0 graden, maar hij gaat wel ontdooien. En totdat alle sneeuw ontdooid is, zal dat dooiwater ook heel de tijd nul graden blijven, ondanks de toevoer van energie.
Maar buiten in het gras en op de stoep speelt er nog meer.
Je kunt wel veronderstellen dat het precies nul graden blijft, maar de natuur kan je verrassen.
Boven sneeuw is er net als boven een plas water een neiging om in gasvorm (waterdamp) over te gaan. Nou ja, beter gezegd om een evenwichtstoestand na te streven met het gasvormig vocht in de lucht. Een plas water verdampt geleidelijk, en de snelheid hangt dan af van de dampspanning boven het wateroppervlak: in droge lucht verdampt de plas water snel (en onttrekt daarbij warmte-energie aan zijn omgeving; het restant water wordt dus kouder).
Sneeuw kan als het ware ook geleidelijk uitdrogen (sublimatie) als een lage dampspanning van water boven de sneeuw dat aanmoedigt. De daarvoor benodigde warmte wordt ook dan aan de omgeving onttrokken (dus je temperatuuraflezing zal uit zichzelf iets gaan zakken), maar in de praktijk kan er ook zonneschijn zijn buiten, en dan geldt dus nog wat gemakkelijker dat de sneeuw ook echt ... als sneeuw voor de zon verdwijnt.
Het kan ook zijn dat de uitstraling naar een heldere hemel het wint, dan wordt de sneeuw harder bevroren – maar dan zal-ie dus ook wat kouder worden dan 0 graden. Dat gebeurt vanzelf, omdat alles dat warmer is dan het absolute nulpunt warmte uitstraalt. Tenzij al die uitstraling door iets anders wordt gecompenseerd.