In de Memorie van Toelichting bij de wet (Verlaging van de leeftijd waarop volgens het Burgerlijk Wetboek de meerderjarigheid wordt bereikt tot achttien jaren en wijziging in verband daarmede van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene Bijstandswet) staat de volgende motivatie voor de verlaging:
"De commissie voor de herziening van het kinderbeschermingsrecht (de commissie-Wiarda) kwam tot de conclusie dat de minderjarige tot zijn 21e jaar in steeds toenemende mate - zowel rechtens als feitelijk - handelingsbekwaam is geworden en dat in onze maatschappij een ontwikkeling en behoefte valt te constateren gericht op een nog verdergaande zelfstandigheid voor de minderjarige. Met de commissie-Wiarda menen wij, dat aan deze behoefte tegemoet gekomen kan worden door het verlenen van volledige handelingsbekwaamheid op een vroeger tijdstip dan de wet thans bepaalt, en wel bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd. In feite treden 18, 19 en 20-jarigen zeer vaak reeds zelfstandig op. Het is gewenst dat deze jongeren volledig handelingsbekwaam worden en niet langer onder ouderlijk gezag of voogdij staan.
Overigens is het niet alleen de commissie-Wiarda geweest, die een verlaging van de meerderjarigheidsleeftijd heeft bepleit. Bij de parlementaire behandeling van de Invoeringswet Boek 1 nieuw Burgerlijk Wetboek, in september 1968, is reeds de vraag aan de orde gekomen of de grens van 21 jaar gehandhaafd diende te blijven. Kort voordat de commissie-Wiarda haar advies gaf, en wel op 12 juni 1970, sprak de overgrote meerderheid van de vergadering van de Nederlandse Juristen-Vereniging zich uit voor verlaging tot 18 jaar. Ook instanties als (een deel van) de Sectie kinderrechtspraak van de Nederlandse vereniging voor rechtspraak, het College van Advies voor de kinderbescherming, de Nationale federatie voor kinderbescherming (thans het Werkverband Integratie Jeugdwelzijnswerk Nederland (W.I.J.N.)) en de Nederlandse Gezinsraad wensen verlaging van de meerderjarigheidsgrens tot 18 jaar.
Het kabinet-De Jong ging op 9 oktober 1970 in beginsel akkoord met een verlaging van 21 tot 18 jaar."
(vervolg in de reactie)
- Bronnen:
-
http://www.statengeneraaldigitaal.nl/
-
Kamerstuk Tweede Kamer 1978-1979...