Op 1 november 2012 trad de Wet: Wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties (WETS) in werking. Op grond van deze wet is het mogelijk dat een gevangenisstraf die in een lidstaat van de EU is opgelegd, in eigen land wordt uitgezeten.
De wet geldt ook als men in een EU-land is veroordeeld tot een alternatieve of voorwaardelijke straf als het land waar men is veroordeeld de nieuwe Europese regels heeft omgezet in de eigen, nationale wet. Alleen dan kan er van de WETS gebruik worden gemaakt.
Om de straf in Nederland uit te kunnen zitten, moet men aan bepaalde voorwaarden voldoen. Zo moet de straf definitief zijn en de veroordeling moet voor iets zijn wat in Nederland ook strafbaar is. Verder gelden de volgende regels:
1. De gevangenisstraf die men in het buitenland krijgt, gaat in Nederland gewoon door. Nederland past de straf dus niet aan.
2. Het EU-land waar men de straf uitzit, moet zelf het initiatief nemen om de gedetineerde over te dragen. De gedetineerde kan dit niet zelf doen. kunt dit zelf niet doen.
3. Als een EU-land besluit de gedetineerde over te dragen, mag dit zonder zijn toestemming. Wel kunt hij bezwaar aantekenen.
4. Er zijn duidelijke afspraken over de termijn waarin een land een gevangene overdraagt. De landen nemen binnen 90 dagen een besluit. Binnen 30 dagen na het besluit verhuist de gedetineerde naar zijn thuisland.
- Bronnen:
-
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/st...
-
https://www.dji.nl/Onderwerpen/strafoverdr...