Wie heeft er in deze situatie voorrang?

Je doelt op art 18.1. Dit lijkt in strijd met art 2.15 2a.
Maar dan gaat het meest specifieke artikel voor en dat is 2.15 2a.
Dus toch A

Dan ziet de wetgever een onverharde weg kennelijk niet als "dezelfde weg"? De bronnen op internet lijken elkaar tegen te spreken.

@Computoon Het klopt dat de bronnen elkaar tegenspreken. Maar ik kom niet 1 bron tegen van de overheid die zegt dat "recht door op dezelfde weg" hier van toepassing is. In alle wetboeken en sites van de overheid kom ik alleen maar tegen: Artikel 15 1. Op kruispunten verlenen bestuurders voorrang aan voor hen van rechts komende bestuurders. 2. Op deze regel gelden de volgende uitzonderingen:
a. bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg;
b. bestuurders verlenen voorrang aan bestuurders van een tram. Dus ik ga er dan toch maar vanuit dat dit klopt.

Bij artikel 15 staat duidelijk dat er een uitzondering is. Een bestuurder op een onverharde weg moet altijd voorrang verlenen aan een bestuurder op een verharde weg. Het gaat hier om een ongelijkwaardige kruising. Hoe je het wendt of keert, Poet heeft gelijk: bij het voorbeeld van Dionzand treedt artikel 15, 2a in werking.

In het RVV(1990) zelf staat geen definitie van een onverharde weg, maar staat in de Jurisprudentie behorend bij art 15.
Een onverharde weg is een ondergeschikte verbinding tussen twee wegen.

Voorrangsregels gelden voor kruisend verkeer. Daar is hier geen sprake van. In 'normale gevallen' had hier de 'rechtdoor op dezelfde weg gaat voor' regel gegolden; beide bestuurders bevinden zich namelijk op dezelfde weg, waarbij er 1 afslaat. In het wetboek zou eigenlijk een regel moeten staan dat de rechtdoorregel niet van toepassing is als er een kruising is waar een onverharde weg deel van iitmaakt. Een zelfde soort uitzondering dus als voor de afbuigende tram.

Verkeer op een onverharde weg moet altijd voorrang verlenen aan verkeer op een verharde weg. Beide voertuigen bevinden zich niet op gelijkwaardige wegen.

Er is toch wel sprake van kruisen verkeer want A toch linksaf en kruist daarmee het pad van B.
Het is overigens te hopen dat iedereen alle relevante jurisprudentie bij zich heeft als zoiets zich daadwerkelijk voordoet!

Nee, ze kruisen niet. Als de situatieschets uitgelegd had moeten worden alsof A en B elkaar zouden kruisen, dan had het rode blokje van auto A op de 'rechterpoot' van de grijze T moeten staan. Dan was het antwoord op de vraag zeer eenvoudig geweest: A gaat voor. Weliswaar komt B van rechts maar hij rijdt op een onverharde weg, kortom de toepassing van 2.15.2.a:
a. bestuurders op een onverharde weg verlenen
voorrang aan bestuurders op een verharde weg Zoals ik al eerder aangaf: als de 'onverharde weg' in de afbeelding verhard zou zijn geweest, dan had in de situatieschets ook gewoon de gedragsregel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor' gegolden. En beslist niet 2.15.2.a Zolang niemand de verkeersregel boven tafel heeft gekregen (ergens diep verstopt in het verkeersreglement) dat de 'rechthdoorregel' niet van toepassing is bij een combinatie van een verharde weg en een onverharde weg blijf ik erbij dat mijn antwoord juist is. (De drie minnen interesseren me niks, want de toepassing van het verkeersreglement is geen kwestie van democratie :-) Degene die de weg heeft aangelegd, had elk misverstand kunnen voorkomen door de verharde weg niet in het verlengde van de onverharde weg aan te leggen. De kans dat er in de huidige situatie wat fout gaat, is erg klein want dan moet er net op hetzelfde moment een bestuurder vanuit de onverharde weg komen die rechtdoor wil én een bestuurder van de verharde weg die linksaf slaat. Dat is een theorieboekjesgeval. Als je al van mening bent dat de 'rechtdoorgaandverkeer op dezelfde weg gaat voor'-regel niet op zou gaan in de situatieschets (wat ik niet met je eens ben tot het tegendeel aangetoond is), ontstaat in ieder geval een probleem als een voetganger vanuit de positie van auto B uit de onverharde weg komt en aldaar oversteekt naar de verharde weg die in het verlengde ligt terwijl auto A vandaar juist linksafslaat. Voorrangsregels gelden alleen voor bestuurders, niet voor voetgangers. dus de bestuurder van auto A heeft wat uit te leggen als hij de rechtdoorgaande voetganger niet voor zou laten gaan; een voetganger is geen bestuurder.

Ik heb nog ff gekeken naar de regels. Begin dan toch ook even te twijfelen.
Art 15 2a geeft een uitzondering op het voorrang verlenen aan rechts: dat is dus niet aan de orde als rechts van een onverharde weg komt. Maar bij de regels over afslaan (art 18) staat die uitzondering niet. Zo lijk je dus gelijk te hebben. Anderzijds vraag ik me nu af of er wel sprake is van "dezelfde weg" als deze verder onverhard is. De definitie van "dezelfde weg" heb ik nog niet kunnen traceren. Staat niet in deze verkeersregels.