Wat zijn de eisen voor het aanvragen van een parkeerkaart?

Men moet woonachtig zijn in de wijk waarvoor de kaart wordt aangevraagd.

Bij uitzondering kan ook een bedrijf voor een bepaalde wijk een kaart kan verkrijgen

Toegevoegd na 13 minuten:
Uw aanvulling verandert heel veel, vandaar mijn aanvulling:

Moeilijk lopen is niet direct een criterium om zonder meer een IPK te verkrijgen, uw echtgenote zal gekeurd worden of ze een bepaalde afstand kan afleggen, kan ze die afstand (100meter) niet afleggen komt uw vrouw in aanmerking voor een IPK.

Dat zou per gemeente wel kunnen schelen. Informeer bij de sociale dienst. Een doktersverklaring zult u zeker nodig hebben

Zoals in de linken is te lezen zijn er meerdere typen parkeerkaarten.oa voor de bestuurder en bijrijder (passagier). Verder is er een groot onderscheid tussen een parkeerkaart en een eigen parkeerplaats. Het is verstandig om bij het WMO loket van uw gemeente te informeren of er aparte eisen worden gesteld aan de kaart in uw gemeente en minstens zo belangrijk hoe eea is geregeld met de te maken kosten welke redelijk kunnen zijn ivm keuringsprocedures.

Die eisen zijn landelijk hetzelfde, alleen de eigen bijdrage die je betaalt voor de beoordeling, verschilt per gemeente. In bovenstaande antwoorden wordt geloof ik een gehandicaptenparkeerkaart (vroeger invalidenparkeerkaart) verwart met een parkeerplaats. Ook is het zelden de afdeling WMO die deze aanvraag behandelt, maar meestal een afdeling Verkeer/Openbare ruimte, of Publieksvoorzieningen.

Dat even terzijde, zijn de eisen als volgt:

*Voor een bestuurderskaart (dus wanneer uw vrouw zelf rijdt) komt zij in aanmerking als zij met gangbare hulpmiddelen (bijvoorbeeld een stok, rollator of krukken) in alle redelijkheid niet in staat is om ten minste 100 meter af te leggen. Dat "in alle redelijkheid" is natuurlijk een subjectief begrip, en de beoordeling van dit criterium kan dan ook verschillen per arts. Globaal gezien kun je zeggen dat wanneer iemand wel 100 meter kan lopen, maar alleen met drie pauzes en dan hevig hijgend aankomt, niet geacht zal worden om "in alle redelijkheid" deze afstand af te leggen.

*Voor een passagierskaart zijn de eisen strenger. Hiervoor geldt hetzelfde criterium als bij de bestuurderskaart, maar moet iemand bovendien continu de hulp van de bestuurder nodig hebben bij het overbruggen van deze afstand. De gedachte hierachter is dat wanneer iemand geen 100 meter te voet kan afleggen, maar niet continu begeleiding nodig heeft, de bestuurder de passagier vlakbij de ingang uit de auto kan helpen, waarop de passagier alvast binnen wacht, en de bestuurder de auto gaat parkeren. Het is dan niet noodzakelijk dat de auto altijd vlak voor de deur geparkeerd staat.

Aanvullend geldt het criterium dat wanneer iemand volledig rolstoelafhankelijk is, dit ook recht geeft op een parkeerkaart. Dit omdat het bredere en langere parkeervak van een gehandicaptenparkeerplaats dan nodig is voor het uitladen van de rolstoel, en de stoel vaak naast de auto geplaatst moet kunnen worden, zodat de gehandicapte autogebruiker kan uitstappen.

Het is erg verstandig om zelf de criteria na te gaan, en goed te informeren wat de kosten van beoordeling zijn in uw gemeente, voordat u de aanvraag doet. Vaak is zo'n aanvraag niet goedkoop. Door de onbekendheid met de criteria vragen veel mensen die slecht ter been zijn maar bijvoorbeeld niet continu begeleiding van de bestuurder nodig hebben, onnodig zo'n beoordeling aan, waarvan de kosten niet worden terugbetaald wanneer blijkt dat er geen recht bestaat op de kaart.