in het verleden waren er op schepen en in oorlogsgebieden een soort van doktoren om de kwalen en wonden van de medestanders te verzorgen,waarbij een aantal waren die dit op een manier deden die je als zacht kunt betitelen,door compressen en zalfjes die ze zelf samenstelde te gebruiken poogden ze om verwondingen te laten genezen,hun tegenstanders daarentegen waren diegene die bij een verwonding door bijvoorbeeld een kogel of houtsplinter al snel kozen voor amputatie van het betroffen lichaaamsdeel.Door de zachte heelmeesters die met zalfjes etc de verwonding poogde te genezen gingen veel wonden ontsteken en ontstond gangreen een rottende ontsteking (een stinkende wond) waarbij het leven van de patient alleen nog gered kon worden als het betroffen lichaamsdeel met een stuk gezond weefsel alsnog geamputeerd werd. Bij oa Michiel de Ruyter is dit de doodsoorzaak geworden omdat de heelmeester toch niet een lichaamsdeel van de admiraal kon amputeren.
De harde heelmeesters amputeerde bij een verwonding vaak direkt het betroffen lichaamsdeel waardoor met een schone wond het genezingsproces kon beginnen.